25 april 2024 Gebruikers online: 27
Agenda
Bonthuis en Vaartjes

Piet van den Berg uit Zwartewatersklooster publiceert roman 

Geplaatst op: 18 februari 2021

Sibbe – Moffen, schepselen van de Heer? Het nieuwe boek van Piet van den Berg uit Spier is verschenen. Piet is geboren en getogen in Zwartewatersklooster. In het boek zijn authentieke elementen te herkennen die onmiskenbaar lijken op de omgeving van Zwartewatersklooster.

“Ouders zijn mooie dingen, als je ze tenminste zelf mag uitzoeken.” Die uitspraak doet Sibbe overpeinzen hoe hij zich verhoudt tot zijn eigen ouders. In zijn grootvader zoekt Sibbe het kompas voor zijn gedachtevorming; antwoord vindt hij evenwel in een fascinerende oorlogsgeschiedenis: in de retorische vraag van zijn overgrootvader tijdens een oorlogsincident, in de bizarre onderduikfeiten op het ouderlijk boerenbedrijf en in de betekenisvolle woorden waarmee twee voormalige onderduiksters vlak voor de 75e Bevrijdingsdag spreken over hun vroegere kwelgeesten. Hoewel gekneed uit onwaarschijnlijke gebeurtenissen is Sibbe een realistisch verhaal, dat heden en verleden soepel verbindt. En waarin verdraagzaamheid en vergevingsgezindheid universeel en tijdloos menselijke waardigheid symboliseren. De subtitel refereert aan een reformatorisch decor, maar plots en boodschappen zijn verre van religieus gemotiveerd of religie gebonden.  

Over de schrijver 

Piet van den Berg (Zwartewatersklooster, 1962) groeit op in de overtuiging dat hij in de voetsporen zal treden van zijn voorouders. Ofwel boer, kooiker, rietteler zal worden. Maar na zijn landbouwopleiding treedt hij in dienst van uitgerekend het ministerie (LNV) dat hem zijn droombeeld ontneemt. De ironie van het landbouw- en natuurbeleid is dat het Van den Berg een nieuwe bestemming biedt door hem zijn oorspronkelijke af te pakken. “Doe meer met je schrijftalent. Jouw ambtelijke stukken lezen als romans”, houdt een LNV-leidinggevende Van den Berg voor. Hij neemt het voor kennisgeving aan. Toch wordt het de opmaat tot het schrijven van redactionele artikelen, columns, opinies en verhalen. Als begin 2020 de coronapandemie het leven lamlegt stelt Van den Berg – getrouwd, twee zoons en al decennia zelf leidinggevende – zich een vraag: ‘Laat ik Corona mij beperkingen opleggen of kansen bieden?’ Hij kiest ervoor eindelijk ook de roman te voltooien die al jaren in zijn hoofd zit. Die roman speelt in coronatijd. Toch negeert Van den Berg de pandemie. Wel ontleent hij de naam van zijn hoofdpersoon aan een familielid dat overleed in de vorige pandemie: Spaanse griep. 

Fragment uit het boek  

Zo ontstaat een kat- en muisspel waarbij de Duitse jager de Engelse bommenwerpers probeert aan te vallen en er tegelijkertijd op bedacht moet zijn dat het niet in de vuurlinie komt van de Engelsen, die om elkaar en om de Duitse jager cirkelen.” Sibbe stelt zich een luchtgevecht voor zoals hij kent uit Amerikaanse oorlogsfilms. “Cool!” zegt hij. Zijn grootvader laat zich niet afleiden. “Toch wordt de Duitse jager geraakt. Als de vliegtuigen opnieuw overvliegen of beter: opnieuw recht op ons lijken af te stormen, zien we opeens rook uit de Duitse jager komen. Tegelijkertijd zien we de Engelse bommenwerpers hergroeperen en hun terugtocht naar Engeland hervatten. Vol spanning kijken wij toe wat er gebeurt met de aangeschoten Duitse jager. Die blijft ogenschijnlijk recht op ons afkomen. Temeer omdat hij snel hoogte verliest. Omdat we in het weiland hiernaast zitten en niet over het hoge riet van het turfgat heen kunnen kijken, zien we niet dat de jager ten langen leste rochelend zijn laatste adem uitblazend hier neerstort. We hóren het wel.” “En dan is het feest?” veronderstelt Sibbe, zich inbeeldend hoe hij in zo’n geval zou reageren. “Ja, dan het is inderdaad feest. Juichend springen mijn broer en ik onder de koeien vandaan. Helaas is onze feestvreugde van korte duur. Voor we er erg in hebben, hebben mijn broer en ik een ferme draai om onze oren te pakken.” Sibbes grootvader ziet de verwondering op het gezicht van zijn kleinzoon en lacht: “Ja jongen, die overgrootvader van jou, die man die niet kon fietsen, kon af en toe wel ferme draaien om oren uitdelen.” “Waarom dan?” “Tja, dat vragen mijn broer en ik ons op dat moment ook af. Het antwoord komt snel, want mijn vader briest verontwaardigd hoe wij kunnen juichen als voor onze neus schepselen van de Heer te pletter slaan. We zijn stomverbaasd en werpen prompt tegen dat het hier om moffen gaat. Niet om Engelsen. Mijn vader vraagt slechts droogjes of moffen geen schepselen van de Heer zijn.”  

Gepubliceerd door Klaas Jansen

Reacties zijn gesloten.

Contour