Roosken nieuw hoofd jeugdopleiding Olympia ’28

Olympia’28 heeft een opvolger gevonden voor Jaap Scheper, die na vijf jaar hoofd jeugdopleiding te zijn geweest, de functie deze zomer neerlegde. Stan Roosken, net terug van een jaar in de Verenigde Staten, zal komend seizoen fungeren als HJO. De 22-jarige Hasselter zal daarbij ondersteund worden door de ervaren Bert Heldoorn.

Roosken doorliep de gehele jeugdopleiding van Olympia’28 en maakte op 18-jarige leeftijd zijn debuut in het eerste elftal, waar hij speelde in de twee seizoenen die volgen. In de zomer van 2018 vertrok hij naar de Verenigde Staten om een jaar College Soccer te spelen en de Master Business and Administration te volgen.

Nog in Amerika zag hij de vacature van de Hoofd Jeugdopleiding voorbij komen. Meteen was hij enthousiast. “Ik heb direct contact gelegd met Henk Koopman van de Technische Commissie en hem verteld dat mocht ik terug naar Nederland keren, ik graag met de club in gesprek zou gaan over die functie.”

Zo geschiedde en in de afgelopen weken bleken de ideeën van Roosken en Olympia’28 op een lijn te liggen. “Ik heb een paar jaar geleden mijn afstudeeronderzoek bij Olympia gedaan over de motorische vaardigheden van kinderen. Daar zagen zowel ik als Jaap, die me daarbij begeleidde vanuit de club, mogelijkheden tot verbeteringen in. Het lijkt me erg leuk om daar een rol in te kunnen spelen in de komende jaren.”

Zijn achtergrond als docent lichamelijke opvoeding komt daarbij goed van pas. “Ik vind het erg leuk om met kinderen bezig te zijn en hoop mijn steentje te kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van hun en natuurlijk ook de trainers binnen Olympia’28.”

Roosken zal in de functie ondersteund worden door Bert Heldoorn, een bekend gezicht binnen Olympia’28 en tot vorig seizoen trainer van de JO19-1. “Ik heb in de afgelopen jaren de nodige trainerservaring opgedaan bij verschillende elftallen, maar ik ben blij dat Bert mij bijstaat met al zijn ervaring. Bert zal zich daarbij wat meer richten op de oudere jeugd, ik met mijn pedagogische kennis wat meer op de jongste jeugd.”