Hasselter orgel is ‘een goed orgel’

Organist was ‘ie al in de Westerkerk in Amsterdam. Nou ja, plaatsvervangend dan. Sinds begin dit jaar is Evan Bogerd ook organist in de Grote kerk in Hasselt. De musicus, die pas rond zijn dertiende zich meer ging toeleggen op orgelspel, is professioneel opgeleid en studeert nog steeds bij Jos van der Kooy.

Beide kerken trekken hem wel, zegt hij. “In Amsterdam is veel aandacht voor muziek. Dat is hier wel anders. Toch speelt muziek wel altijd een rol. Al is dat hier op een ander niveau. Ik speel ook wel bij koren, en dat is weer totaal anders. Maar ik moet wel organist zijn bij een gemeente waar ik me thuisvoel.”

Dat werd de geboren Leerdammer al rond zijn 17^e, in Kootwijkerbroek. “De precieze leeftijd weet ik niet meer, ik reed brommer in ieder geval”, lacht hij. Hij speelde toen ongeveer vier jaar weer volop orgel, nadat hij op jonge leeftijd al kennismaakte met het bespelen van orgels.

Het orgel in Hasselt heeft iets bijzonders, vindt hij. “Het is niet meer in allerbeste staat, maar de akoestiek maakt veel goed. Hoewel de kerk niet ideaal is. Bovenin is het warmer dan beneden, extremer dan op andere plaatsen. En ’s avonds staat het orgel er slechter bij dan ’s morgens.”

Ook mist Bogerd een derde klavier op het Rudolph Knol-orgel. “En het pedaal is een beetje zwak.” Ondanks dat het orgel een monument is, zou er wat hem betreft ook best een koppel bij kunnen. (Een koppeling tussen de toetsen en pedalen, EK.) “Daar teken ik direct voor. Maar het is een goed orgel, op het pedaal na. Ik ben niet iemand die honderdduizend keer registers opentrekt en dichtdoet. Open nog weleens, dan doet de gemeente ook mee. Maar als je ze dichtdoet, dan gaat de gemeente langzamer zingen. Dat moet je dus niet doen.”